De indices wisten hun grotere verliezen van eerder op de dag wat te beperken
dankzij koersstijgingen van onder meer energieconcerns. De toonaangevende
Dow-Jonesindex sloot 0,9 procent (109,51 punten) lager op 11.532,96 punten.

De breed samengestelde S&P 500-index verloor 0,3 procent (3,76 punten) bij een
stand van 1285,83 punten. Technologiebeurs Nasdaq noteerde een verlies van
0,1 procent (1,99 punten) op 2428,62 punten.

Een onverwacht sterke daling in de olievoorraden in de Verenigde Staten
afgelopen week, leidde tot een flinke stijging in de olieprijs, na een
aantal dagen van dalingen. Na eerder op de dag op ruim 117 dollar per vat te
hebben gestaan, nam de prijs voor een vat ruwe olie uiteindelijk met 2,9
procent toe tot 116,30 dollar.

Het voortdurende conflict tussen Rusland en Georgië houdt ook de gemoederen
van investeerders bezig. Zij zijn bang dat de olietoevoer in de regio in
gevaar komt.

Een hogere olieprijs is slecht nieuws voor bedrijven die olie moeten inkopen,
zoals vliegmaatschappijen. Ook is het slecht voor de inflatie en de
consumentenbestedingen. Energiegerelateerde fondsen profiteren er echter
van. Olieconcern Chevron noteerde een plus van 3,2 procent en ExxonMobil won
1,7 procent.

Technologieconcern Apple trok de Nasdaq uit de grote verliezen. Het
bedrijf maakte bekend dat het meer iPhones wil verkopen dankzij een
overeenkomst met de Amerikaanse elektronicaketen Best Buy. Het aandeel won
1,5 procent.

Beleggers zagen hun zorgen over de oplopende inflatie en een zwakke
economische groei bevestigd in een onverwacht sterke stijging van de
Amerikaanse importprijzen en een afname van de verkopen door de detailhandel.

De detailhandelsverkopen daalden met 0,1 procent in juli. Dat kwam
voornamelijk door de afgenomen autoverkopen. ,,Het cijfer is een nieuw teken
dat de consument de hand op de knip houdt'', zei een Amerikaanse handelaar.

Geïmporteerde producten werden in dezelfde maand gemiddeld 1,7 procent
duurder, terwijl analisten rekenden op een stijging van 1 procent. Dat kwam
voornamelijk door de hoge olieprijs.

Door de slechte berichten over de Amerikaanse economie, speelden de zorgen
over mogelijke hypotheekmarkt-gerelateerde verliezen opnieuw op. Banken
behoorden voor de tweede dag op rij tot de grote verliezers. Bank of America
verloor meer dan 7 procent, Citigroup verloor bijna 4 procent.

's Werelds grootste fabrikant van landbouwmachines Deere & Co waarschuwde
woensdag dat de hogere grondstofprijzen de winst in het vierde kwartaal van
het gebroken boekjaar onder druk zullen zetten. Dit kwam de koers van het
aandeel op een verlies van ruim 3 procent te staan. Deere trok ook andere
machinebouwers, zoals Caterpillar (min 2,8 procent), mee naar beneden.

De Amerikaanse warenhuisketen Macy's meldde een lagere kwartaalwinst en stelde
de omzetverwachtingen voor de rest van het jaar naar beneden bij. In eerste
instantie verloor het aandeel 2,5 procent. Na een aantal gunstige
analistenrapporten, die meldden dat de verwachtingen niet zo slecht waren
als sommigen hadden voorzien, steeg het aandeel met 1,9 procent.

Chipmachinefabrikant Applied Materials noteerde woensdag een flinke
plus van 4,7 procent, na de bekendmaking van een hoger dan verwachte winst
in het derde kwartaal.

De euro noteerde een stand van 1,4930 dollar, tegen een stand van 1,4880
dollar bij het slot van de Europese beurzen. Ten opzichte van de stand van
een dag eerder (1,4920), maakte de wisselkoers geen grote verandering door.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl